woensdag 23 mei 2012

Muggen

Hoe kan het nou toch dat een mug die prikt zoemt? Dat vind ik zo een gekke combinatie, ik kom er maar niet uit. Je zou toch denken dat een mug het liefst een beetje 'low profile' blijft, ergens verdekt opgesteld op een lekker druk behangetje of in donkere kast. Nee hoor, het gaat zoemen. Zo snoeihard dat het slachtoffer er wakker van wordt. Een klein onderzoek op internet leert mij dat een mug dat zoemt herkenbaar is voor het mannetje zodat hij haar vinden kan voor de paring. Wel stom van Moeder Natuur, dat had ze natuurlijk andersom moeten doen. Maar ja, dan had het vrouwtje de leiding in haar voortbestaan en zo zie je maar: Moeder Natuur heeft klaarblijkelijk nog nooit van muggen-emancipatie gehoord. 
Wanneer je dan bij het ruw wakker worden met spoed het licht aan doet zit het kleine onding gewoon doodleuk vlakbij je hoofdkussen te wachten. Te wachten tot je het licht weer uitdoet. Want zodra dat gebeurt gaat het diertje weer zoemen dat het een lieve lust is. Zoemend op zoek naar een slachtoffer dat bereid is, gewild of ongewild, zijn of haar bloed te offeren voor de goede zaak. De goede zaak is in dit geval het muggengebroed. Het muggengebroed is ook iets heel raadselachtigs. Want naar mijn weten is het muggengebroed te vinden in poelen en sloten rondom ons menselijk bestaan. Maar nu komt het: hoe komt de mug daar? De mug bezit naar mijn weten geen sleutel van de voor of achterdeur. Ook kan de mug niet zelf het raam openen om daar de vrijheid te gemoed te vliegen. Waar blijft deze mug? Wat is de zin van deze mug's leven? Sterft het een langzame dood, vind ik het over een week uitgedroogd op de vensterbank op de rug in een dramatische houding? Of misschien vliegt het er lustig op los, nog meer slachtoffers makend zodat ze, dronken van ons zoete mensenbloed, uiteindelijk zelfmoord pleegt door tientallen keren keihard tegen het raam te vliegen? 
Nou wilde ik eindigen met de zin: "Maar ik wil hier niet gaan zitten muggenziften...". Dat gaat nou niet meer, jammer.

Sexy

Je ziet steeds meer ietwat oudere vrouwen in het straatbeeld met hippe sexy schoenen aan hun voeten. Zeg maar gerust: geile schoenen. Of ze hip zijn valt nog te betwisten, maar geil zijn ze en zo zijn ze zichtbaar bedoelt. Zo zag ik vanmorgen nog een vrouw in het wild lopen, ik naderde haar op mijn fiets en keek haar op de rug: achter een kinderwagen, diep donkerbruine zonnebankbenen, rokje tot nét onder de billen, wit gebleekt haar, oorbellen tot ver over de schouder. En aan haar voeten schoenen. Niet zomaar een paartje van de Schoenenreus of van Van Haren (of is het 'van Haren' of van 'Haren'?) Nee hoor, onbetwist een paar van internet gesnord, want ik heb zoiets echt nog nooit in een winkel gezien, geel waren ze, met zwart/wit gestreepte paalhakken van pakweg 20 cm hoogte. Haar wreef stond als een zwaantje rechtop op haar tenen waar een podoloog van zal gaan kwijlen en direct haar steunzolenvoorraad in zou duiken om de vrouw in kwestie te gaan stutten, zó krampachtig zag het er uit. Net boven de hiel rimpelde haar been van plezier. Het was maar een seconde dat ik die voet zag, ja het was de linker, maar het duurde een eeuwigheid. En toen fietste ik langs de vrouw in kwestie en zag dat ze de paaldansleeftijd ver voorbij gestevend was. Wat op zich al heel knap was, gezien haar ranke benen en vlotte tred in deze fabelachtige schoenen die echt wel een acrobatisch geschoolde achtergrond vereiste. Wonderbaarlijk was het, mijn adem stokte even letterlijk en ik besefte mij gelijk dat dit een oma betrof, een vermomde oma, die net deed of ze nog moeder was. Nou ja, dat was ze duidelijk wel, maar haar kroost moest toch wel iets ouder dan dit propje in de wagen zijn. 
Gelijk dacht ik ook aan mijn eigen leeftijdvermomming. Dat van het kinderzitje. Zeker twee jaar heb ik nodeloos met een kinderzitje achterop mijn stadsfiets rondgereden. Ik kon er maar geen afscheid van nemen. Niet alleen vanwege het feit dat ik de kinderen graag nog wat klein had gehouden, maar meer omdat ik mij ineens een stuk ouder voelde. Dat kinderzitje hield mij kunstmatig nog onder de 40. Het staat nog in de schuur. Ik denk dat ik het morgen maar weer eens op de fiets ga plaatsen...

maandag 21 mei 2012

Wetenschap

Hoor ik dus gisteren in een populair dagelijks programma van een al even populair wetenschapper dat er, werkelijk waar, een wetenschapper is geweest die berekend heeft dat er vragen bestaan die niet beantwoord kunnen worden. Dit zou gaan om ene Kurt Gödel. Kurt heeft erg geleden onder zijn slimme brein. Kurt was aan het eind van zijn leven zo bang vergiftigd te worden dat hij aan ondervoeding stierf. Dit omdat zijn vrouw zelf ziek was en daardoor zijn eten niet voor kon proeven, alleen dan vertrouwde Kurt zijn eten. Ik vind het een triest verhaal. Ik vraag mij dikwijls af of een hoge intelligentie vaak samen gaat met een gevoeligheid voor geestesziekten. Net of er te veel van het brein gevraagd wordt. Kan dat? Kun je te veel denken? Zouden hersenen, net als een spier, overbelast kunnen raken? Is het net als een tijd lang niet slapen? Mijn eigen ervaring is, toen mijn kinderen klein waren, dat ik ook dikwijls het gevoel had mij 'anders' te voelen door slaapgebrek. Net of ik alsmaar lichtelijk dronken was, of sliep met mijn ogen dicht. Ook dacht ik wel eens iets te horen of iets te zien wat er niet was. Een heel onprettig verschijnsel. Alsof je echt droomt terwijl je wakker bent. Eigenlijk zijn dromen niets anders dan hallucinaties. Iedere nacht zijn we allemaal weer even een beetje gek. Of een beetje boel, het is maar hoe gek je droomt. Die van mij zijn meestal nogal vreemd. Overstromende wc potten, rotte huizen, kerkhoven, onverklaarbare zwangerschappen, vliegoefeningen, examen, te laat op school... Hoe vaak ik nu nog steeds te laat op school kom! Waarom moet ik dit nu op mijn leeftijd nog steeds meemaken? 
Ik hoor u denken: onverwerkte emoties, overgang, controledrang. Nou u doet maar, ik ben blij dát ik slaap!
Eerst ga ik maar eens nadenken over die vragen die niet beantwoord kunnen worden. Misschien weet ik het antwoord, in mijn dromen waarschijnlijk wel. 

dinsdag 15 mei 2012

Waarom dan toch vooral niet een blog beginnen... (19 redenen)


Omdat iedereen al zo een ding heeft.
Omdat er niemand op mijn spinsels zit te wachten?
Omdat mijn inspiratie altijd maar kort duurt, tekort om een blog te vullen.
Omdat ik na een paar weken toch niet meer wil, net zoals gitaarspelen, trompet, steenhakken, breien, haken, kleding naaien, schilderen, boetseren, tuinieren en de meeste liefdes in mijn leven.
Omdat het ergens over moet gaan en waar moet het in hemelsnaam over gaan? Moet het ergens over gaan?
Omdat ik me afvraag wie het gaat lezen.
Omdat ook niemand het kan gaan lezen.
Waarom wil ik het eigenlijk?
Omdat het vast heel veel tijd kost.
Teveel tijd, wat ik niet heb
Omdat ik niet zo’n taalwonder ben.
Omdat ik ook vaak sjagerijnig ben.
Omdat ik de verkeerde spellingscontrole op m’n word heb, want sjagerijnig schrijf je volgens mij niet zo.
Omdat ik als ik sacherijnig (met dank aan spellingscontrole in de blog) ben wel eens lelijk uit de hoek kan komen.
Omdat ik me vaak erger aan hele stomme dagelijkse dingen.
Omdat ik niet graag wil dat iemand weet dat ik het ben.
Omdat ik soms écht heel idiote dingen denk.
Omdat ik zeker niet alles op wil schrijven en moet dat dan?
Omdat ik denk dat ik niks meemaak.